De Nieuwe Bibliotheek: Huiskamer van de stad

27 oktober 2021

Aan het Stadhuisplein in Almere waan je je even in een buitenwijk van New York of Parijs. Binnen een paar minuten zie je zo’n beetje de hele wereld aan je voorbijtrekken. De stad herbergt sinds 1 september van dit jaar 142* verschillende nationaliteiten. Aan Polly Rademakers, coördinator Laaggeletterdheid en inburgeraars en Annerie Brenninkmeijer, directeur van de Nieuwe Bibliotheek, de opdracht hen en de talloze laaggeletterden over de drempel van de huiskamer van de stad te lokken.

‘We moeten er samen wat van maken,’ is Polly’s motto. ‘Almere is zo divers. Als ik mensen spreek die hier nieuw komen dan hoor ik vaak: “Er loopt hier altijd wel iemand rond die er net zo uitziet als ik.” ‘Niemand voelt zich hier een vreemde. Qua diversiteit zijn we wel met een stad als Rotterdam te vergelijken.’

Rondleidingen

Binnenkort start de Nieuwe Bibliotheek met rondleidingen voor deelnemers aan programma’s van onder andere: Taal in de Wijk, de Participatiefabriek en het ROC. ‘Iedereen die aan een taalcursus is verbonden kan ervaren wat wij hen te bieden hebben,’ legt Annerie uit. We gaan doelgroepgericht rondleidingen geven. Met een andere partner zijn deze mensen al aan de slag gegaan en wij laten hen zien wat zij ter aanvulling bij ons op kunnen halen. In tegenstelling tot Lelystad waar de Taalhuizen bij Welzijn zijn ondergebracht worden zij bij ons over meerdere partijen verdeeld. De Schoor, VMCA – de vrijwilligers en mantelzorgcentrale Almere – en Humanitas, zijn onze belangrijkste partners.’

Volgens Polly is het belangrijk dat de bezoekers de Nieuwe Bibliotheek, met al haar open ruimtes, gloednieuwe werkplekken en brede collectie, ervaren.
‘De bibliotheek is heel groot en staat voor alles wat velen niet kunnen, of durven. Als de drempel eenmaal genomen is komen ze vaak terug. We geven een goed beeld van de mogelijkheden binnen de bibliotheek en zien dan dat het ijs snel gebroken is. Digitale hulp bijvoorbeeld; die kunnen ze hier krijgen en als de mensen dat eenmaal weten, komt een deel daarna trouw terug. Voor anderen starten we binnenkort weer met Taalspreekuren en het Taalcafé.’

Leesclub

Inmiddels zijn de leesclubs weer opgestart. De Hongaarse boekhoudster Krisztina Ivànics woont zes jaar in Nederland en gaat wekelijks met plezier naar de leesclub van de bibliotheek. ‘Ik wil mijn woordenschat verbeteren en vind het leerzaam om samen met elkaar te communiceren tijdens de les. Dat is hard nodig om de Nederlandse taal en cultuur beter te begrijpen. De taal heeft veel moeilijke woorden en in de groep duid je die met elkaar. Uiteraard heb ik de officiële NT2 cursus gedaan, maar de sfeer in de bibliotheek is prettiger en daardoor leer je gemakkelijker. Ik hou van deze plek en kom hier ook met mijn kinderen.’

Vrijwilligers

Polly en haar teamgenoten brengen na ruim een jaar van coronabeperkingen alle lijnen weer bij elkaar. ‘Wij zien nu al de eerste positieve tekenen van die samenstelling. Naast de NT2’ers – Nederlands niet als moedertaal – moeten we nu zien te bereiken dat we ook de NT1’ners – Nederlands als moedertaal – aanspreken. Dat kan alleen in een gezamenlijke aanpak. Vrijwilligers zijn daarbij onmisbaar en de afgelopen weken heb ik al veertien aanmeldingen gekregen. We hebben nu vooral behoefte aan jongere vrijwilligers omdat we de ouderen, dankzij corona, veel veiligheid moeten bieden. Wij zetten vrijwilligers onder andere in bij: het Taalcafé, de leesclubs en de rondleidingen. Ik wil hun expertise goed benutten en in samenhang brengen. Daar wil ik zo snel mogelijk mee aan de slag door cursussen op maat aan te bieden. Een vrijwilliger kijkt bij zo’n beetje ieder taalinitiatief in de stad, het is belangrijk dat die kennis gedeeld wordt. Dat we bij het spreekuur ook echt weten wat er leeft in Almere. Ik vind het fijn om extra scholing aan te bieden zodat hij/zij zich ook verder kan ontplooien. Ik zie de vrijwilligers als collega’s en niet als een extraatje dat je af en toe inzet.’

Annerie valt haar bij: ‘Binnenkort worden Polly en alle andere medewerkers die met de vrijwilligers werken extra ondersteund. We gaan aan het HR-team een coördinator toevoegen die zich bezig zal houden met het flexibele netwerk. Dat kunnen vrijwilligers zijn maar ook studenten. Voor de moderne bibliotheek moeten we op meerdere terreinen met vrijwilligers samenwerken en Polly’s werk is daar een mooie voorloper van met rondleidingen en het taalcafé. Als je de film vijf jaar vooruit spoelt is die groep van diverse vrijwilligers enorm gegroeid.’

Beleidsverbindingen

Annerie heeft namens de Nieuwe Bibliotheek contact met verschillende wethouders en duikt diep in de dossiers, zowel vanuit onderwijs, op het gebied van volwasseneducatie, als vanuit het sociale domein. ‘Op dit moment is er bijvoorbeeld nog te weinig aandacht voor gezinsmigranten. In gezamenlijk overleg besluiten we die aanbesteding te doen. Perfect. Dat sluit goed aan bij de prioriteiten van de gemeenten en de rol die de bibliotheek daarin speelt. We vragen onszelf steeds af welke behoeften wij signaleren in de stad en zoeken hoe we daarbij de goede match kunnen vinden.’

Certificering

Of de certificering belangrijk is? Annerie: ‘Mooi dat je officieel te horen krijgt dat de kwaliteit goed is. Ik vind dat het CBTC, die de certificeringsrondes doet, veel actiever de best practices zou moeten delen en zeggen: “We hebben dit jaar dertig taalhuizen gesproken, wij koppelen dit aan jullie terug. Dit hebben we gezien in Den Haag, Lelystad, Almere.” ‘Mensen uit de bibliotheeksector die bijvoorbeeld bezig zijn met kwaliteit kunnen veel meer gezamenlijke waarden uit die certificering halen.’

Laaggeletterd?

Polly ziet volop kansen en mogelijkheden voor de mensen voor wie zij de trajecten uitrolt. Haar diepere drijfveer gaat verder terug; ‘Mijn oma was laaggeletterd, ze is hier in de eerste wereldoorlog vanuit Oostenrijk naar toe gekomen. Ze was wees geworden en is als hulp in de huishouding bij een gezin ondergebracht. Daarna heeft zij nooit meer leren lezen en schrijven. Mijn moeder en tantes leerden de taal ook niet goed, dus ik zie hoe lang zo’n lijn doorloopt.’

Nederlands laaggeletterd zijn is ook geen onbekend terrein voor Annerie: ‘De eerste 17 jaar van mijn leven ben ik Angelsaksisch – Engelstalig – opgevoed. Toen ik in Nederland kwam sprak ik de taal amper, maar startte wel in vijf vwo. Ik weet dus wat het is om moeizaam contact te hebben en niet te begrijpen wat er om je heen gebeurt omdat je de Nederlandse taal niet machtig bent.’

Huiskamer

De bibliotheek gaat de samenwerking met het AZC intensiveren. ‘Mensen kunnen er dan even uit. Ze zitten daar in een woning met drie gezinnen en mogen niet zoveel. Hier genieten ze van de ruimte. Onlangs zat hier een groep studenten die samen met hen werkte aan een kunstwerk. Die samenwerking, het huiskamergevoel en het internationale deden Annerie goed: ‘De stad is zo groot geworden wij zijn nu een echte basisbieb en huiskamer van de stad. We zijn niet langer met de rest van de provincie, of welke stad dan ook te vergelijken.’

*Bron: gemeente Almere, 28.09.21

Foto’s Sammy-Jo Roelofs