‘Dit zouden we ieder jaar moeten doen’

25 november 2021

Het door de provincie Flevoland gefinancierde covid-leesoffensief is afgerond. Jeugdauteurs en spoken word-artiesten gaven de afgelopen maanden gastlessen aan twintig eerste vmbo- en praktijkklassen op middelbare scholen in: Almere, Lelystad en Dronten. Het project is geïnitieerd door Bibliotheeknetwerk Flevoland, BNF en wordt ondersteund door de Schrijverscentrale.

‘Ik heb daar een kast vol boeken en stripboeken maar het loopt geen storm,’ Stef Roelfsema is mentor en docent mens en maatschappij van klas A1B van het Echnaton in Almere. Hij kijkt uit naar de les en hoopt dat zijn leerlingen erachter komen dat lezen lang niet zo saai is als zij denken. Langzaam maar zeker druppelen ze alle zestien binnen.

Plassen

Spoken word artiest Roziena Salihu verwelkomt hen en nodigt ze uit hun naam en een feit uit hun leven te noemen. Zij geeft zelf een voorbeeld: ‘Jaren geleden was ik bij de Albert Heijn, had een mand vol boodschappen en moest verschrikkelijk nodig plassen. Ik hield het niet meer op en plaste in mijn broek. Mijn mand liet ik midden in de supermarkt staan en vluchtte vol schaamte naar buiten.’ Dat was een mooie binnenkomer, nu zijn de leerlingen aan de beurt. De toon is gezet, ze hebben er zin in.

Interactieve lessen

Hellen de Meijer is adviseur bij BNF en werkzaam bij De Nieuwe Bibliotheek in Almere. Waarom de keuze voor Roziena als gastdocent? ‘Zij komt uit Dronten en het is het Flevolandse covid-leesoffensief. Haar lessen zijn interactief, ze staat dicht bij de kinderen, is enthousiast en energiek. De vorige les merkte ik dat de kinderen onder de indruk van haar waren. Ze leren bij Roziena met taal om te gaan en na te denken over belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Bij deze lessen is er niet alleen sprake van een lees- ook van een taaloffensief.’

 

‘Let op,’ zegt Roziena. ‘Ik ga een klein stukje voordoen en dan moeten jullie kijken wat er gebeurt. De tekst gaat over de vrouw, meisjes en wat ik ervan vind om een vrouw te zijn.’

Dit is voor de meisjes
achter in de klas
die geloven dat normaal al meer dan gek genoeg was
die geloven dat hoe groot de wereld ook
zij er toch niet in past

Dit is voor de dames op kleine studentenkamers
die op voorhand al staren
naar een glazen plafond
dit is voor de vrouwen in kantoren
die hun keel hard schrapen voor ze starten met praten

‘Wat deed ik net anders dan wanneer ik gewoon praat?’ Nog wat verlegen leggen de jongeren mooie voorbeelden op tafel: ‘Je praatte in dichttaal en rijmde soms. Je had een andere toon, een ritme, je stemgebruik was anders. Je sprak met overtuigingskracht.’ ‘Spoken word,’ legt Roziena uit, ‘is ritmisch dichten op een podium. Het is een mixvorm van schrijven en kunstdisciplines. Het ligt in de buurt van rap en er komt theater aan de pas. Bij spoken word heb je het over thema’s die je belangrijk vindt. In mijn werk gaat het onder andere over vrouw zijn, seksisme en racisme. Over thema’s die ik belangrijk en spannend vind ben ik de laatste jaren steeds meer gaan lezen. Op het podium durf ik veel meer te zeggen dan in het gewone leven.’

Dubbelbloed in een wit dorp

Dan neemt Roziena de leerlingen mee naar haar vroege jeugd in Dronten. In de VPRO-documentaire ‘Fufu met appelmoes’ laat zij zien hoe verwarrend het kan zijn om op te groeien met dubbelbloed in een wit dorp. Zij vraagt zich in de film af welke rol haar vader speelde bij de vorming van haar culturele identiteit. https://bit.ly/3Hm5SO2 (bron: VPRO)

Na afloop van de film kun je een speld horen vallen. Roziena verbreekt de stilte en zet ze aan het werk. De leerlingen mogen in een paar zinnen iets opschrijven over een thema dat hen bezighoudt. 16 koppies, gebogen over hun laptop. De een gaat direct aan de slag de ander staart wezenloos naar het scherm. Ineens zijn ze allemaal aan het schrijven.

Menoah, die later muziekproducer wil worden hoort de beat al in zijn hoofd als hij zijn tekst voorleest:

Seksisme is oneerlijk
omdat meisjes jongens mogen slaan
maar jongens geen meisjes
en dat vrouwen niet veel verdienen
maar wel harder werken.

Daarna mag Angelina:

Ik denk dat er altijd een verschil zal zijn
tussen zwart en wit
omdat het niet hetzelfde is
en het zal nooit hetzelfde zijn.

‘Ik vind het zo mooi dat Roziena zichzelf durft te zijn en zoveel van zichzelf laat zien,’ verzucht de 12-jarige. ‘Het is niet vanzelfsprekend wat zij doet.’

De les is afgelopen, applaus voor Roziena.

Af en toe een stripboek

Stef Roelfsema heeft het in zijn klas nagevraagd: ‘Er zijn er maar twee die af en toe een boek lezen en er is er een die soms een stripboek leest dus dat zijn er niet al teveel. Voor Nederlands moeten ze een boek meenemen, 40 tot 50 procent van mijn leerlingen heeft daar moeite mee. Ze hebben allemaal een biebkaart, maar sommigen weten niet eens dat ze er een hebben. Ik hoop dat ze een nieuwe aan kunnen vragen en dan naar de bieb gaan. Zijn ze ook eens in dat prachtige gebouw met al die boeken, activiteiten en goede wifi. Zeker op BBL-niveau zitten niet de beste lezers. Ik vermoed dat de helft daar moeite mee heeft. Dan is het een uitdaging als ze gaan lezen.’

Roelfsema kijkt met een goed gevoel terug op de les. Hij vindt het leesoffensief een fantastisch initiatief. ‘Ik vind het fijn dat mijn leerlingen op deze manier een week lang met taal bezig kunnen zijn. Ze hebben door corona veel gemist. Dit zouden we ieder jaar moeten doen en ze eigenlijk ook eens wat vaker mee moeten nemen naar de bieb.’

Veilige omgeving

Hellen de Meijer van BNF en De Nieuwe Bibliotheek is enthousiast over de les: ‘Zo’n leuke klas; de leerlingen waren betrokken, het was een veilige omgeving en ze waren onder de indruk van het verhaal. Roziena vertelde dat spoken word je een podium geeft waarop je dingen kunt zeggen die je in een normaal gesprek niet uit. Ik weet niet of de kinderen nu echt door hadden dat ze met taal bezig waren, deze les is anders dan die van auteur Buddy Tegenbosch bijvoorbeeld. Ook zijn les is boeiend en zit vol dynamiek, maar hij gaat dieper op de taal in. Volgens mij leren kinderen het beste als ze niet doorhebben dat ze leren. Ik vind dat beiden dat goed doen.’

De Flevolandse bibliotheken werken al geruime tijd samen met het voortgezet onderwijs. ‘Dit covid-leesoffensief is een aanzet tot een verdere uitbouw en intensivering van die samenwerking. Ik denk dat deze jongeren in korte tijd kennis maken met verschillende vormen van lezen, dichten, taal en schrijven. Dit verdient zeker een vervolg. Of hier geld voor is? Daar gaan we vanuit Bibliotheeknetwerk Flevoland, FlevoMeer Bibliotheek en De Nieuwe Bibliotheek hard mee aan de slag.’