Het Taalpunt Emmeloord

21 maart 2022

Om en nabij de twintig procent van de inwoners van de gemeente Noordoostpolder is laaggeletterd, een ongekend hoog aantal. Esther Schurink-Mossel presenteerde afgelopen jaar het lijvige adviesrapport: ‘Bouwstenen Taalbeleid Gemeente Noordoostpolder’. Het taalakkoord is daaruit ontstaan. De initiatiefnemers zijn de formele, non-formele en informele taalaanbieders uit de gemeente Noordoostpolder. Het gemeentelijke taalbeleid 2021 ‘Taal: de sleutel tot de maatschappij’ is een vervolg op het adviesrapport. In het taalbeleid wordt gepleit voor meer regie en één aanspreekpunt voor taalvragers en taalaanbieders, het Taalpunt.

’Met een beetje hulp kan iemand vaak een mooie stap maken’

Eén van de opdrachten voortvloeiend uit het taalbeleid is de komst van het Taalpunt in de FlevoMeer Bibliotheek. ‘Taalpunt is onafhankelijk en voor iedereen,’ benadrukt Esther. ‘Alle taalaanbieders in de Noordoostpolder werken mee aan dit project. Zowel non-formele als formele partijen. Het taalpunt is, mede op advies van onze taalaanbieders, gesitueerd in een openbare, toegankelijke locatie de FlevoMeer Bibliotheek in Emmeloord.’

Iedereen met een taalvraag kan in de bibliotheek bij het Taalpunt terecht. Het punt wordt voornamelijk bemand door de taaldocent en taalvrijwilligers en wordt aangestuurd door de taalcoördinator van de Noordoostpolder, Esther Schurink- Mossel. Organisaties die met een taalvraag komen zijn ook welkom bij het Taalpunt. ‘Een consultatiebureau bijvoorbeeld waar veel NT2-moeders (Nederlands als tweede taal) komen. Ons Taalpunt is een spin in het web voor alle taalvragers in de Noordoostpolder. Alles is nog in opbouw. Ook de zoektocht naar vrijwilligers. De taaldocent en -coördinator zijn verantwoordelijk voor de bemiddeling.’

Tijdens haar onderzoek bouwde Esther een netwerk op van: taalaanbieders, -vrijwilligers en vindplaatsen van laaggeletterden. ‘Het voordeel is natuurlijk wel dat ik uit Emmeloord kom. Als ik iemand nodig heb dan kan ik dat bijvoorbeeld bij een serviceclub of buurthuis vragen. Of ik benader mensen en vraag hen of zij iemand kennen die deze man of vrouw verder kan helpen. Daarnaast hebben we in de bibliotheek een Huis voor Taal en dat is bekend bij veel inwoners van de Noordoostpolder.

Via een goede campagne hopen we de mensen te overtuigen om met hun vraag naar het Taalpunt te komen. Wij gaan dan op zoek naar de juiste man/ vrouw om de taalvrager verder op weg te helpen want met een beetje hulp kan iemand vaak een mooie stap maken.’

 

Werkgevers

Achter de schermen is Esther al volop aan het werk voor het Taalpunt. Zij heeft onder andere contact met werkgevers: ‘Vanuit het Taalpunt kijken we samen met de werkgever waar mogelijkheden liggen en zoeken we uit welke taalaanbieder kan aansluiten. Op deze manier kunnen wij programma’s op maat laten maken.

Uit het onderzoek blijkt dat meer maatwerk moet worden aangeboden, zodat het taalaanbod beter aansluit op de taalbehoefte. Wanneer taalaanbieders meer en effectiever samenwerken is een flexibeler en praktijkgerichter aanbod mogelijk, waardoor een doorlopende leerlijn wordt gecreëerd; deelnemers kunnen stijgen op de Participatieladder en actief meedoen.’

De Noordoostpolder heeft een hoog percentage laaggeletterden: ‘Velen doen gewoon mee aan het arbeidsproces, die zitten niet in een hoekje te kniezen. We verwachten dat iedereen niveau 2F, eindniveau vmbo of mbo 1/2, beheerst. Dat impliceert dat je overheidscommunicatie kunt lezen en begrijpen. Je moet echter niet vergeten dat je ook te maken kunt hebben met een groep die misschien net het vmbo gehaald heeft, maar ondertussen wel lekker aan het werk is. Die mensen kun je niet terugsturen naar school. Dan moet je bij de werkgever zijn om te vragen: ‘Wat hebben deze mensen nodig?’ Op die manier kunnen zij gewoon blijven werken en doen waar zij goed in zijn. Ik sprak een werkgever die me vertelde: ‘Joh, ik heb hier een aantal jongens lopen en die moeten een slag maken. Ik krijg ze niet in de schoolbanken, maar het zijn fantastische werknemers. Als wij hier nu eens iets organiseren dat is gekoppeld aan het bedrijf en aan de machines waaraan zij werken? Dan hebben wij ons doel bereikt.’

Hoe mooi zou het zijn?

‘Zie het breder. Ik kwam bijvoorbeeld in contact met een meisje met vmbo-niveau 1. Zij werkte in een supermarkt en wilde dolgraag kassa draaien. Het werd haar één keer uitgelegd. Dat werkte niet, ze werd afgeserveerd. Als je nou zo jong bent en je moet nog groeien dan heb je nu al een slechte ervaring. Hoe mooi zou het zijn als zij om hulp zou durven vragen. Dan kan je in een traject, zoals wij dat aan kunnen bieden, die jonge vrouw toch geweldig helpen?

Tijdens het onderzoek ontmoette ik een vrouw die me vertelde dat zij laaggeletterd is. Haar kinderen zitten op de middelbare school en zij kan hen niet helpen. Geld voor bijles heeft zij niet. Hoe mooi zou het zijn als wij hier in het buurthuis huiswerkbegeleiding aan gaan bieden?

Ik ben nog maar net met het Taalpunt begonnen en zit vol goede ideeën. Een andere jonge NT2 vrouw kwam bij me. Zij zat hele dagen thuis te wachten tot haar kind uit school kwam en had nauwelijks contacten. Ze was de taal niet machtig en leefde in een isolement. Dan denk ik: “Oh wacht even, jij hebt een netwerk nodig en je moet de taal leren.” Inmiddels gaat ze naar het Huis voor Taal, het vrouwencentrum en heeft ze een vriendin. Als je laaggeletterd bent dan heb je zoveel vragen en een enorme behoefte aan een netwerk. Het zijn soms kleine dingen waarvoor je een netwerk nodig hebt, maar die hebben wel een groot bereik.’

Arbeidsmigranten

‘In de Noordoostpolder zijn veel arbeidsmigranten waaronder naast Polen ook Portugezen en Bulgaren. Een deel van deze groep vestigt zich in onze gemeente. Vanuit de politiek is daar aandacht voor. Mensen worden aangespoord Nederlands te leren. Sommigen willen of kunnen dat niet. Ook in het land van herkomst ging een deel van deze mensen niet naar een vervolgopleiding. Zij komen hier alleen om te werken. Voor de arbeidsmigranten wordt ook al aardig wat gefaciliteerd. Denk aan de Poolse winkel en een aantal werkgevers heeft inmiddels teamleiders aangenomen die Pools spreken. De noodzaak om dan Nederlands te gaan leren vlakt dan wat af.

Werknemers die zich hier wel vestigen en kinderen hebben die moeten gewoon de Nederlandse taal leren. Al is het alleen maar in het belang van hun kinderen. Mensen uit het land van herkomst kunnen deze werknemers het beste motiveren om de Nederlandse taal te leren. Dat staat ook in mijn aanbevelingen. Zoek taalambassadeurs. Dat zijn mensen die zowel Nederlands als de taal van het land van herkomst spreken. Die kennen het land en kunnen dan bijvoorbeeld zeggen: “Bij ons werkt het zo, maar hier gaat dat anders”. Wij zijn een training aan het ontwikkelen voor deze taalambassadeurs en ook daar zal de vraag: ‘Wat heb jij nodig?’ centraal staan. Geen mens in hetzelfde. Als je het zo doet, breng je hen een stap verder en laat je iedereen in zijn waarde en juist daarvoor is het Taalpunt opgericht.’

Bron: https://raad.noordoostpolder.nl/documenten/Informatie-uit-college/D02-02-Adviesrapport-bouwstenen-taalplan-NOP.pdf

https://raad.noordoostpolder.nl/Vergaderingen/Gemeenteraad/2021/13-september/19:30/RB-Taalbeleid-1.pdf

Foto’s Sammy Jo Roelofs